Kosten

SPH probeert zo min mogelijk kosten te maken. Want iedere euro die we uitgeven aan kosten, kunnen we niet besteden aan pensioen. We kijken daarom kritisch naar de uitgaven in relatie tot de opbrengsten. De totale kosten bedroegen in 2023 € 35,6 miljoen.

Onderverdeling kosten

  • Pensioenbeheerkosten - De kosten voor het uitvoeren van de pensioenadministratie, de communicatie met deelnemers, het SPH-bestuur, het bestuursbureau, de BPV en de VvA.
  • Vermogensbeheerkosten - De kosten voor het beheer en beleggen van het pensioenvermogen.
  • Transactiekosten - De kosten voor het uitvoeren van transacties in de beleggingen.

Benchmark: totale kosten en pensioenbeheerkosten

In vergelijking met andere pensioenfondsen zijn de totale kosten van SPH relatief laag. Bij SPH zijn de totale kosten in 2023 0,38% van het gemiddeld belegd vermogen. Gemiddeld waren de totale kosten van pensioenfondsen in 2022 0,59% van het belegd vermogen.

Kijkend naar de drie soorten kosten zien we dat met name de vermogensbeheerkosten van SPH als percentage van het belegd vermogen laag zijn ten opzichte van andere pensioenfondsen (0,25% versus 0,42% gemiddeld). Dat is gunstig aangezien dit de grootste kostenpost betreft. 

De transactiekosten bedragen 0,04%. Dit percentage is lager dan het gemiddelde percentage uit de benchmark van 2022 (0,11%). 

De pensioenbeheerkosten worden onder meer bepaald door het serviceniveau en een aantal bijzondere factoren die van invloed zijn op de hoogte van de ensioenbeheerkosten voor beroepspensioenfondsen.

  • Beroepspensioenfondsen moeten wettelijk een beroepspensioenvereniging organiseren en bekostigen. 
  • Beroepspensioenfondsen hebben geen informatiepunten bij de werkgevers. Alle vragen van deelnemers en 
    gepensioneerden komen bij de pensioenuitvoeringsorganisatie terecht. Bij ondernemings- en bedrijfstakpensioenfondsen handelen de personeelsafdelingen van de aangesloten bedrijven veel vragen af. De kosten daarvan worden niet doorberekend aan de pensioenfondsen.
  • Het aantal werkgevers, dat wil zeggen het aantal premiebetalers, heeft invloed op de hoogte van de kosten. Hoe meer verschillende incassopunten, hoe meer de uitvoeringsorganisatie gericht moet zijn op het innen van premies. Beroepspensioenfondsen hebben een relatief groot aantal ‘werkgevers’ en daarmee een groot aantal premie-incassopunten. SPH heeft met ruim 15.000 actieve deelnemers een groot aantal premie-incassopunten. 
  • Daarnaast spelen het serviceniveau van het pensioenfonds en de kwaliteit daarvan een rol. Een fonds dat veel investeert in vernieuwende manieren om met de achterban te communiceren, of werkt met IT-systemen die veel directe communicatie met deelnemers toelaten, is naar verwachting duurder dan een fonds dat met verouderde of beperktere systemen werkt. SPH heeft een complexe regeling en een hoog serviceniveau met onder meer financieel planners om deelnemers te begeleiden bij hun keuzes.

Rekening houdend met specifieke kosten voor beroepspensioenfondsen bedragen de kosten bij SPH € 287. Bij andere beroepspensioenfondsen bedragen de gemiddelde kosten in 2022 € 417.

(De benchmarkgegevens in deze paragraaf zijn afkomstig uit de Bell publicatie ‘Werk in uitvoering bij pensioenfondsen 2023’ met daarin een analyse van de uitvoeringskosten 2022 o.b.v. data van 178 pensioenfondsen.)