Transitieplan

Vanwege de nieuwe pensioenwet krijgen huisartsen een nieuwe pensioenregeling. Voor de overgang naar de nieuwe regeling, naar verwachting in juli 2027, heeft de beroepspensioenvereniging een transitieplan opgesteld. Dit plan is nu gepubliceerd, zodat huisartsen kunnen lezen wat dit betekent voor ons pensioenfonds. Een beknopte samenvatting vindt u op deze pagina.

Huisartsen bepalen zelf hoe hun pensioenregeling eruitziet. Besluiten hierover nemen ze in de gekozen ledenraad van de beroepspensioenvereniging. Sinds 2023 zijn deze huisartsen intensief bezig met het maken van keuzes over de nieuwe pensioenregeling.

Samenvatting: hoofdlijnen toekomstige pensioenregeling

Hieronder vindt u een beknopte samenvatting van onze nieuwe pensioenregeling. Wilt u meer weten? Lees dan het volledige transitieplan.

Flexibele premieregeling: meer keuzes

Onze nieuwe pensioenregeling wordt een zogeheten ‘flexibele premieregeling’. We hebben hiervoor gekozen omdat huisartsen binnen een flexibele premieregeling meer mogelijkheden krijgen om individuele keuzes te maken, bijvoorbeeld over beleggingen. Ook kan er, net als in de huidige regeling, worden gekozen voor een stabiele of variabele pensioenuitkering.

Pensioendoelstelling: 75 procent

In een premieregeling is de hoogte van het pensioen afhankelijk van de ontwikkeling van de financiële markten. We weten niet hoeveel pensioen iemand later krijgt. Wel hebben we een doelstelling vastgelegd. In de nieuwe pensioenregeling hanteren we een pensioendoelstelling van 75 procent van het besteedbare netto-inkomen van de huisarts in kwestie (het huisartsenpensioen plus AOW). Een pensioendoelstelling is een middel om de hoogte van de premie te kunnen toetsen.

Premie: flexibeler

De premie daalt van (ongeveer) 24 procent van de pensioengrondslag in de huidige regeling naar 21,5 procent in de nieuwe regeling. Daarvan is 18 procent bedoeld voor het individuele pensioenvermogen en 3,5 procent voor de risicoverzekeringen bij overlijden en arbeidsongeschiktheid en voor kosten. Een lagere premie betekent dat u minder pensioen opbouwt. Huisartsen krijgen de keuze om hun pensioeninleg vrijwillig aan te vullen met maximaal 6 procent extra premieinleg .

Pensioenleeftijd: blijft gelijk

De pensioenleeftijd blijft in de nieuwe pensioenregeling 68 jaar. Ook in de nieuwe pensioenregeling kan nog steeds worden gekozen voor een eerdere of latere pensioendatum.

Demping van schokken: onderlinge solidariteit

De nieuwe regeling krijgt een ‘risicodelingsreserve’. Dit is een pot met geld om grote dalingen in de uitkering te voorkomen. Huisartsen vullen deze reserve met een deel van hun persoonlijke pensioenvermogen wanneer zij met pensioen gaan. De reserve wordt daarna voor alle pensioengerechtigden samen gebruikt om sterke dalingen in uitkeringen te dempen.

Pensioen bij overlijden: zorg voor nabestaanden

• Bij overlijden vóór de pensioendatum wordt een levenslang partnerpensioen opgenomen van 15 procent van het pensioengevend inkomen, gecombineerd met een tijdelijk partnerpensioen.
• Op de pensioendatum wordt standaard een deel van het pensioenvermogen gereserveerd voor een partnerpensioen bij overlijden ná de pensioendatum. Huisartsen kunnen ervoor kiezen om dit deel om te zetten in een hoger ouderdomspensioen. Ze kunnen er óók voor kiezen om juist een groter deel te reserveren voor partnerpensioen.    
• In de regeling is een uitkering voor kinderen opgenomen (wezenpensioen). Deze geldt tot de leeftijd van 25 jaar. De hoogte van deze uitkering wordt verdubbeld wordt bij het overlijden van beide ouders/verzorgers.

Hoe nu verder?

Het is nog niet zeker of de gemaakte keuzes ook allemaal uitgevoerd kunnen worden. Dit wordt de komende maanden door het pensioenfonds getoetst.

Het pensioenfonds toetst ook of ze de opdracht van de vereniging mag uitvoeren en of de omzetting evenwichtig kan plaatsvinden. Het pensioenfonds zal de opdracht dan formeel bevestigen en vervolgens een implementatieplan opstellen.