De feiten over uw pensioen op een rij
Op basis van berichten die rondgaan op sociale media begrijpen wij dat er enige onduidelijkheid bestaat over de pensioenopbouw bij SPH, de premie en de rendementen. We realiseren ons dat het complexe materie is. Daarom vindt u hier in het kort de feiten op een rij, zodat u goed geïnformeerd uw mening kunt vormen.
Verplichte deelname aan de pensioenregeling
Als u in Nederland woont en werkt als huisarts (in opleiding), dan is in de meeste gevallen deelname aan de beroepspensioenregeling voor huisartsen verplicht. SPH is een beroepspensioenfonds en voert die regeling uit. Van, voor, en door huisartsen. Hierdoor is de pensioenpremie gedeeltelijk in de zorgtarieven verwerkt en kunnen we gebruikmaken van fiscale voordelen zoals de omkeerregeling. Door die regeling is uw premie nu aftrekbaar van de belasting.
Maar er zijn nog meer voordelen aan het gezamenlijk regelen van ons pensioen. Door samen pensioen op te bouwen hebben we schaalvoordeel, delen we de kosten van het beheren van ons vermogen, en kunnen we een stabiel rendement halen. Want met onze illiquide beleggingen, in bijvoorbeeld vastgoed, behalen we rendement tegen minder risico. Ook kunnen we ons aanzienlijk goedkoper verzekeren tegen overlijden en arbeidsongeschiktheid. Bovendien, en dat wordt vaak vergeten, zorgen we ervoor dat u levenslang pensioen krijgt. Daarmee delen we het risico dat u veel langer zou leven dan gemiddeld en daardoor het geld op is. Het pensioen van SPH krijgt u tot uw overlijden. En dat alles zonder een keuring vooraf; de enige voorwaarde is dat u in Nederland woont en hier werkt als huisarts.
Om te profiteren van de voordelen van een verplichte pensioenregeling moet er voldoende draagvlak zijn onder de deelnemers. Dit wordt gemeten aan de hand van het percentage deelnemers dat lid is van de beroepspensioenvereniging. Momenteel zijn bijna 9 van de 10 huisartsen lid van de BPV. Lees meer over de BPV.
Pensioen opbouwen bij SPH
Bij het opbouwen van pensioen zoeken we de balans tussen drie zaken: hoeveel pensioen wordt er opgebouwd (de doelstelling), wat kost dat (de premie) en hoe zeker moeten de resultaten zijn (het risico). De pensioenregeling van SPH kende tot vorig jaar een hoge pensioendoelstelling. Deze doelstelling bleek op de lange termijn niet haalbaar, onder andere door de lage rente. De lage rente zorgt ervoor dat pensioen duurder wordt. Dit speelt niet alleen bij SPH, maar ook bij de andere pensioenfondsen en pensioenverzekeraars. We kennen immers allemaal de berichten uit de krant dat de pensioenen al lange tijd niet (volledig) geïndexeerd kunnen worden en/of zelfs worden verlaagd.
Daarnaast was het zo dat een deel van de huisartsen (vooral waarnemend huisartsen en parttime werkende huisartsen) door de gehanteerde systematiek te weinig pensioen opbouwde. Gezien de steeds grotere omvang van beide groepen werd dit in toenemende mate een probleem.
Mede om deze redenen is de pensioenregeling van SPH per 1-1-2022 aangepast en is er vanaf die datum sprake van een premieregeling. In deze premieregeling bouwt u uw eigen, persoonlijke pensioenkapitaal op.
Bekijk de antwoorden op veelgestelde vragen over de nieuwe pensioenregeling.
Uw pensioenpremie
Bij de nieuwe pensioenregeling hoort ook een nieuwe premie. De premie is ongeveer 24% van de pensioengrondslag. Voor een deel van de huisartsen is sprake van een forse premiestijging. We begrijpen dat dit hard kan aankomen. Pensioen is de afgelopen jaren veel duurder geworden. Om een te grote inkomensachteruitgang na pensionering te voorkomen is een hogere pensioenpremie nodig. Als u later levenslang ongeveer de helft van uw pensioengevend inkomen aan pensioen wilt krijgen, moet u op basis van een fulltime werkweek nu ruim een dag in de week voor uw pensioen werken. Bij SPH was de premie tot nu toe ongeveer 18%. Ter vergelijking: bij andere pensioenfondsen in de gezondheidszorg, waaronder ABP, PFZW en SPMS, ligt de premie op of boven 25% van de pensioengrondslag.
Daarnaast is het maximum pensioengevend inkomen waarop de premie is gebaseerd in 2022 (ongeveer € 114.000) lager dan voorheen (ongeveer € 140.000). Door dit lagere maximum bereiken deelnemers eerder het maximum pensioengevend inkomen; daardoor gaan meer deelnemers de maximale premie betalen. Hoe veel meer premie iemand in 2022 gaat betalen, is vooral afhankelijk van hoe ver iemands pensioengevend inkomen is verwijderd van het oude maximum. Dat deze deelnemers in 2022 meer premie gaan betalen, vinden wij nodig voor het te verwachten pensioen later.
De premie die u nu betaalt is gebaseerd op uw pensioengevend inkomen van 3 jaar geleden. Deze systematiek is wettelijk verplicht en zorgt ervoor dat u bij een wisselend inkomen ook wisselend premie betaalt. Vooral waarnemend huisartsen merken vaak deze fluctuerende premie, omdat hun pensioengevend inkomen ook fluctueert.
Bekijk de antwoorden op veelgestelde vragen over de premie.
We rekenen ons niet rijk
In december hebben we tijdens een webinar een toelichting gegeven op de nieuwe pensioenregeling en de premie. Daarbij hebben we ook enkele rekenvoorbeelden laten zien, onder andere van de fictieve huisarts Iris. De bedragen die we laten zien zijn gecorrigeerd met alle inflatie die we verwachten tot aan het moment van pensioneren. Zo kunt u deze bedragen vergelijken met uw inkomen van nu. Met dezelfde koopkracht.
Bij dit voorbeeld en bij de andere rekenvoorbeelden is het volgende van belang:
- Bij de berekeningen die wij maken, zijn we liever wat voorzichtiger dan niet voorzichtig genoeg. We weten namelijk niet welke rendementen we de komende jaren zullen maken. We hebben daarom gerekend met een rendement waarvan we verwachten dat we het met een behoorlijke zekerheid over een zeer lange periode kunnen realiseren (ongeveer 2,5%). Deze verwachting is lager dan de rendementen uit het verleden door de lage rente. Het daadwerkelijke rendement kan hier van afwijken.
- We gaan er in de voorbeelden van uit dat uw pensioen bij ingang de inflatie volledig compenseert. De bedragen zijn ‘vertaald’ naar bedragen van nu, met dezelfde koopkracht.
- Op het genoemde pensioen is de toeslag/indexatie na pensioneren niet meegenomen. Op basis van de dekkingsgraad in het voorbeeld is de verwachte toeslag na pensioneren 4,25% per jaar.
- De premie is niet alleen bestemd voor de opbouw van uw ouderdomspensioen, maar ook voor het partner- en wezenpensioen en de premie-overname bij arbeidsongeschiktheid (zie ook de paragraaf ‘Wat krijgt u voor uw premie?’).
Wat gebeurt er met uw de premie?
De totale pensioenpremie die u betaalt bestaat uit een aantal onderdelen.
- Premie die u inlegt in uw pensioenkapitaal: voor pensioen voor uzelf en voor uw partner nadat uw pensioen is ingegaan (ongeveer 89% van uw ingelegde premie).
- Premie voor de verzekering van pensioen voor uw partner en kinderen bij uw overlijden voordat uw pensioen is ingegaan. Als u overlijdt voor uw pensionering, ontvangen uw partner (zolang deze leeft) en kinderen een uitkering (ongeveer 4% van uw ingelegde premie plus 200 euro per jaar voor extra nabestaandenpensioen).
- Premieovername bij arbeidsongeschiktheid. Het pensioenfonds neemt de premiebetaling over als u arbeidsongeschikt wordt. Zo blijft u gewoon pensioen opbouwen (ongeveer 4% van uw ingelegde premie).
- Daarnaast zijn er kosten voor het besturen van SPH, de administratie en onze dienstverlening. Hierover leest u in de volgende paragraaf meer (ongeveer 3% van uw ingelegde premie).
Welke kosten betaalt u?
De kosten voor de pensioenuitvoering zijn grofweg in te delen in twee soorten:
- Pensioenbeheer (administratie, organisatie, bestuur, dienstverlening, etc.). Deze waren in 2020 12,7 miljoen euro. Deze kosten zijn bij SPH in vergelijking met andere pensioenfondsen hoog. Dat komt omdat SPH relatief weinig deelnemers heeft en een hoog serviceniveau nastreeft. Er zijn inmiddels verschillende acties ondernomen om deze kosten te verlagen, zoals het onderbrengen van de administratie bij een andere uitvoeringsorganisatie. Deze kosten zullen naar verwachting dus dalen.
- Vermogensbeheer (beheerkosten, prestatievergoedingen, aan- en verkoop, etc.). Deze waren in 2020 35,7 miljoen euro op een totaal belegd vermogen van 12,2 miljard euro. Deze kosten vormen doorgaans de grootste kostenpost, maar bij SPH zijn deze in vergelijking met andere pensioenfondsen laag. Dat komt omdat we overwegend passief beleggen. Deze kosten trekken we af van het behaalde rendement.
Van, voor en door huisartsen
De beroepspensioenvereniging (BPV) bepaalt de inhoud van de pensioenregeling. Het belangrijkste orgaan binnen de BPV is de Vergadering van Afgevaardigden (VvA). In dit democratisch gekozen orgaan zitten in totaal 50 huisartsen. Zij zijn ingedeeld in verschillende clusters, zoals de waarnemend huisartsen, de vrijgevestigde huisartsen, de AIOS-H en de pensioengerechtigden. Deze indeling is het uitgangspunt voor een representatieve vertegenwoordiging van de verschillende huisartsen in de VvA.
Als peildatum voor de verhoudingen tussen de clusters wordt gekozen 1 januari van het jaar waarin de verkiezingen worden gehouden. Er wordt gerekend met het aantal huisartsen per cluster voor de bepaling van het aantal afgevaardigden.
Volgend jaar zijn er verkiezingen voor de VvA. Alle leden van de BPV kunnen zich hiervoor verkiesbaar stellen. Later dit jaar informeren wij u hierover.
Blik op de toekomst
De pensioenregeling van SPH is niet in beton gegoten. We zien de huidige pensioenregeling als een tussenstap. De komende jaren zal de pensioenregeling verder ontwikkeld worden in lijn met de nieuwe Wet Toekomst Pensioenen die momenteel ontwikkeld wordt in Den Haag.
Er komen naar verwachting meer mogelijkheden om keuzevrijheid te bieden aan huisartsen, bijvoorbeeld op het gebied van de beleggingen en mogelijk ook wat betreft de hoogte van de pensioenopbouw en in te leggen premie.
De BPV en SPH zullen de komende tijd de dialoog met de huisartsen verder intensiveren om goed om de hoogte te zijn van de wensen en behoeften van de achterban. Deze wensen zullen het vertrekpunt vormen van de inrichting van de nieuwe, toekomstbestendige pensioenregeling voor alle huisartsen.
Heeft u nog vragen?
Mocht u vragen hebben over de pensioenregeling, dan kunt u contact met ons opnemen via contact@kcc.huisartsenpensioen.nl of via 088 462 94 62. Wij helpen u graag.
Heeft u een vraag over de BPV, aan het BPV-bestuur of aan uw afgevaardigde in de VvA? Neemt u dan contact op met bpv@huisartsenpensioen.nl.