Resultaten deelnemersonderzoek: samen voor een gezonde toekomst
Begin dit jaar hebben we een groot deelnemersonderzoek gehouden. Maar liefst 2.382 deelnemers hebben het onderzoek ingevuld; zo’n 11% van de totale populatie. Het onderzoek is representatief naar hoedanigheid en leeftijd. De resultaten van het onderzoek zeggen dus iets over de mening van de deelnemer over de gehele breedte van het deelnemersbestand.
Imago en dienstverlening
SPH
Huisartsen vinden het
belangrijk om gezamenlijk hun pensioen te regelen. Vergeleken met eerdere deelnemersonderzoeken
laat een grotere groep huisartsen zien dat ze belang hechten aan een solidaire
pensioenregeling met beroepsgenoten. Over het algemeen wordt er positief
gedacht over SPH. Wel zijn er verschillen te zien tussen gepensioneerden en nog
werkende huisartsen. Gepensioneerden hebben een positiever beeld dan deelnemers
die premie betalen. Jonge, waarnemende huisartsen zijn over het algemeen minder
tevreden. Naar mate deelnemers ouder zijn (en langer opgebouwd hebben en dus
een hoger/realistischer te bereiken pensioen te zien krijgen) gaan zij
positiever denken over SPH. Dit betekent niet dat we er van uitgaan dat de
jonge huisartsen van nu, later ook automatisch positiever zullen zijn over SPH.
Deelnemers die kritisch
zijn op SPH benoemen met name de verplichtstelling, de lage pensioen- prognoses
in vergelijking met de (gestegen) premie en de dienstverlening. Andere
knelpunten die genoemd worden in de open antwoorden zijn onder andere de
zogenoemde “t-3 systematiek” (dat de premie wordt gebaseerd op de winst uit
onderneming van 3 jaar geleden) en daaraan gelieerde problemen. Zoals het
moeten doorbetalen van premie tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof en hoe
om te gaan met schommelingen in inkomsten bij startende huisartsen. Ook de
bereikbaarheid van SPH eind vorig jaar, begin dit jaar en de afschrijving van
de premie voordat de nota op de mat lag in januari worden meermaals aangegeven
als reden voor ontevredenheid.
Edwin de Vaal, huisarts en bestuurslid SPH: “Het deelnemersonderzoek laat duidelijk zien dat er werk aan de winkel is voor SPH. Het vertrouwen dat we krijgen van de meeste huisartsen is niet vanzelfsprekend en we zullen eraan moeten blijven werken om dit te rechtvaardigen. Dat de overgang naar de nieuwe regeling en nieuwe pensioenuit- voeringsorganisatie met tegenslagen verloopt, helpt hier niet bij. Het maakt ons tegelijk ook niet blind voor de maatschappelijke ontwikkelingen en de effecten hiervan op de moderne huisarts. We nemen deze signalen mee in onze beslissingen de komende tijd.”
Maatschappelijk
verantwoord beleggen
Huisartsen willen een
goed pensioen, zowel financieel als maatschappelijk. SPH vindt dat beide
doelstellingen in hoge mate te combineren zijn in een afgewogen beleggingsbeleid.
We weten dat de wereld waarin we beleggen niet perfect is en dat het tijd nodig
heeft om beter te worden op het maatschappelijke vlak. Daarnaast kan duurzaam
beleggen (met name op de korte termijn) kosten met zich meebrengen, maar op de
lange termijn verwachten we vergelijkbare rendementen.
Deelnemers geven aan het
belangrijk te vinden dat de beleggingen een positieve bijdrage hebben aan de
wereld. SPH probeert dit onder andere via de zorgvastgoedportefeuille. Klimaat
en gezondheid zijn duidelijk voor de deelnemers de hoofdthema’s binnen
maatschappelijk verantwoord beleggen (MVB). Met name de (ongezonde)
leefstijlthema’s staan bovenaan de lijst om te ontwijken. De thema’s gokken,
softdrugs en fastfood staan hoog op de lijst maar komen niet terug op de
huidige uitsluitingslijsten, zoals bijvoorbeeld tabak wel.
Huisartsen zijn verdeeld
als het gaat om het beleid omtrent fossiel, dit sluit aan bij het breder
maatschappelijk debat. Het huidige beleid omtrent fossiel, uitsluiting van de
meest vervuilende subsectoren, zit daarmee redelijk in het midden.
Christine Lindeboom,
huisarts en bestuurslid SPH: “De antwoorden uit het onderzoek geven ons
concrete handvatten waarmee we ons beleid verder kunnen aanscherpen. De
resultaten van het onderzoek laten daarnaast ook zien dat we op MVB-gebied al
aansluiten bij de wensen en behoeften van de gemiddelde deelnemer. We
realiseren ons terdege dat er verschillende stemmen zijn in het debat rond MVB,
en het is onze taak als bestuurders om hier de beste doorvertaling van te maken
die zorgdraagt voor een goed pensioen en een gezonde toekomst.”